Op op vrijdag 4 december startte voor enkele collega's van IJD en verschillende jongeren de inleefweek ‘samen tegen armoede’ van Welzijnszorg. Gedurende één week proberen zij rond te komen met een budget van iemand die in armoede leeft. Afhankelijk van hun gezinssituatie komt dit neer op €60 voor een volwassen persoon. Met dit budget zullen zij voeding, ontspanning, brandstof en alle (onverwachte) kosten tijdens deze week moeten betalen. Aan de lijve zullen zij ervaren hoe het voelt om in armoede te leven.
Ondanks het zeer beperkte internetgebruik, de 30 belminuten voor een hele week en nog heel wat andere obstakels, bezorgen onze collega's jullie toch graag een blik achter de schermen van hun inleefweek. De citaten zijn afkomstig van andere deelnemers.
> Donderdag 3 december
> Vrijdag 4 december
> Zaterdag 5 december
> Zondag 6 december
> Maandag 7 december
> Dinsdag 8 december
> Woensdag 9 december
> Donderdag 10 december
> Vrijdag 11 december
> Zaterdag 12 december
Anneleen: Ter voorbereiding van de inleefweek krijgen we allemaal een mail met wat we wel en niet mogen doen deze week. Enkel peper, zout, koffie, thee en olie zijn onbeperkt, half uur per dag op internet, 30 min bellen en 20 sms’en (behalve als je 5 euro betaalt)… In totaal moet ik deze week toekomen met 60 euro, ongetwijfeld een hele uitdaging! En dan komt het “Je hoeft geen 3 maaltijden per dag te eten”, ik slik. Daar had ik zelfs nog niet over nagedacht. Het wordt het me duidelijk dat deze week écht een opgave wordt. Maar ik vraag me meteen ook af waarom eten zo belangrijk voor me is...
Ruth: Ik stuurde een mail naar de armoedeorganisatie in mijn buurt. Ik stelde mezelf voor en vroeg om een beetje informatie. Hoe zit het met de armoede in mijn regio? Vroeger stond ik daar niet bij stil. Ik ben jong, worden ook jonge mensen hiermee geconfronteerd? Nog zo’n vraag die steeds bij me opkwam. Je merkt steeds hoe goed je het hebt. Ik hou me met iets bezig, raak het beu en richt me op iets anders. Ik heb veel hobbys die ik thuis kan doen en waar ik ettelijke uren mee kan vullen. Maar materialen kosten geld, iets nieuws proberen vraagt investering van tijd en geld en als ik het wil leren is het makkelijker via Youtube dan met soms gedateerde boeken uit de bib. Het antwoord: Ja, er zijn in mijn regio jonge mensen in armoede, jonge gezinnen die in een echtscheiding zitten is de meest toegenomen groep bij de armoedeorganisatie… slik… Kinderen en jongeren, de doelgroep waar ik voor werk, ze hebben het al niet makkelijk momenteel. Bij een echtscheiding valt je gezinnetje uiteen en dan merken dat een ouder amper rond kan komen en in armoede belanden… wat doet dat met een kind? Het zet mij toch aan het denken.
Anneleen: The moment of truth. In spanning wacht ik af tot ik aan de beurt ben. Ik weet niet wat ik moet verwachten van zo’n intakegesprek bij het OCMW. De vrouw van Welzijnszorg legt me uit dat ze eerst wat algemene gegevens gaat vragen. Ze vraagt ook hoe mijn gezinssituatie is, dat heeft namelijk een invloed op het potentieel leefloon dat je krijgt. Een alleenstaande zonder kinderen krijgt een kleine 1000 euro per maand, terwijl samenwonende partners maar recht hebben op 700 euro. Daarvoor zou je al eens liegen over je situatie (wat in de praktijk nog vaak gebeurt). Nadien vraagt ze mij ook een aantal financiële gegevens. Hoewel het fictief is, voel ik me er niet helemaal op m’n gemak bij. Normaal vragen ze rekeninguittreksel etc. om na te gaan hoe je er financieel bij staat. Ik vind het al confronterend. Ik kan me zelfs niet inbeelden hoe een ‘arme’ zich moet voelen. Ze vertelt me dat na het invullen en ondertekenen van dat document wordt onderzocht of je wel recht hebt op een leefloon. Je hele (financiële) situatie wordt tot in de details bekeken en een maand nadien krijg je een ‘ja’ of ‘nee’.
Om even bij stil te staan: Hoe zou jij je voelen bij zo’n intakegesprek waarbij je een inkijk geeft in je volledige (financiële) situatie?
Anneleen: Ik sta op. Voor één keer check ik niet onmiddellijk Facebook of Instagram. Mijn internetkabel heb ik namelijk uitgetrokken ‘om niet in de verleiding te komen’. Als ik rond me kijk, besef ik ‘wat een luxeleven’. Televisie, laptop, smartphone, kerstboom met feestelijke lichtjes, keuken vol met keukengerei… Elke schuif die ik opentrek zit vol. En ik heb geen boterham minder moeten eten om al die zaken aan te kopen.
Ik spring, zonder eerst te ontbijten, op de fiets (want de auto laat ik deze week staan, benzine kost véél!) en rij richting de winkel. Ik bedenk me wat ik allemaal ga kopen en probeer me voor te bereiden om niet in de verleiding te komen om onnodige zaken te kopen. Deze week gaat echt over ‘overleven’, want met 60 euro loop je niet ver.
Ik sta voor het afwasmiddel. Normaalgezien koop ik Ecover – om toch wat rekening te houden met het milieu – maar als ik het prijsverschil zie, dan twijfel ik. 3,85 euro voor Ecover of 0,65 euro voor Everyday. Met 3,20 euro kan je wel heel veel andere zaken kopen die je tenminste wel kan opeten. Zo is de keuze wel snel gemaakt natuurlijk.
Naast eten moet ik deze week ook genoeg mondmaskers aankopen om de coronamaatregelen op te volgen. Ik sta voor de keuze: 2,70 euro voor 5 wegwerpmondmaskers of 7,50 euro voor 5 herbruikbare mondmaskers. Ik kies toch voor de eerste optie, omdat het tenslotte maar een week is. Maar ik blijf er wel over nadenken. Zou ik herbruikbare mondmaskers kopen moest ik écht in armoede zitten?
"Wij kiezen er voor om goedkoper te leven, omdat we vinden dat er veel geld verspild wordt anders. Maar we voelen wel echt aan dat er een groot emotioneel verschil is tussen ‘kiezen’ voor het goedkoopste product en ‘verplicht worden’ om het goedkoopste product te kopen."
Om even bij stil te staan: Wat staat normaal gezien standaard op jouw boodschappenlijstje? Met welk vervoersmiddel ga jij naar de winkel?
Lees verder onder de afbeelding.